De nostalgie van de DAF 33

Het is een populaire activiteit geworden in het zuiden van het land: met familie of collega’s op een zomerse zaterdag door – bijvoorbeeld - Brabant rijden op een Solex of in een oude DAF. De nostalgie van het rijden in een bijna gevaarlijk oude auto, zonder stuur- of rembekrachtiging, wekt bij veel mensen toch een soort romantische hunkering naar het verleden op. Het feit dat DAF een typisch Hollandse wagen was – degelijk en geproduceerd op eigen bodem – draagt daar ongetwijfeld aan bij.
rn
rnHet begon allemaal op 1 april 1928, toen de broers Hub en Wim van Doorne de Commanditaire Vennootschap Hub Van Doorne’s Machinefabriek begonnen. De machines werden al snel aanhangers, waarna de naam in 1934 veranderde in Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek (DAF). In die tijd werden vooral overladers voor bij het spoor geproduceerd, en militaire voertuigen zoals pantserwagens. Rond de jaren vijftig werden (wederom met name militaire) vrachtwagens gebouwd.
rn
rnHoewel de eerste ideeën voor personenauto’s al tijdens de Tweede Wereldoorlog op de plank lagen, werd het eerste model - de Variomatic, of ‘het pientere pookje’ - pas in 1960 op de AutoRAI gepresenteerd. Een jaar later werd de Daffodil gepresenteerd, die in 1967 werd opgevolgd door de DAF 33.
rn
rnWie een verschil wilde ontdekken tussen de 33 en zijn voorganger, moest goed zoeken. Er waren wat extra veiligheidsvoorzieningen ingebouwd en met 33 pk had hij iets meer vermogen, maar echt vernieuwend was de 33 niet. Hoewel het comfort van de standaarduitvoering niet de hoogste prioriteit van de ontwerpers had gekregen, was de L-uitvoering al een stuk prettiger om in trijden. Alle uitvoeringen hadden een – voor die tijd supermodern – zwart plaatje op de grill met daarop ‘DAF 33’ vermeld.
rn
rnToen de PTT post en pakketten rond ging brengen in de bestelvariant van de 33, nam het model aardig in populariteit toe. DAF heeft nooit veel reclame gemaakt voor deze bestel- of de pick-upvariant, en er zijn er dan ook nooit écht heel veel van verkocht. Tussen 1967 en 1971 zijn er anderhalfduizend pick-ups gemaakt, op een totaal van 131.621 gebouwde 33’s.
rn
rnIn zijn eigen tijd was de 33 dus niet heel populair en ook geen in het oog springend goede auto. Toch is hij nu razend populair om tochtjes langs de zonovergoten weilanden mee te rijden. Wie er nu in rijdt moet wel een aantal kleine aanpassingen doen: een tegenwoordig verplichte buitenspiegel werd bijvoorbeeld niet standaard meegeleverd, dus de carrosserie uit laten deuken of de autoruit vervangen was iets eerder nodig dan tegenwoordig. Maar met een maximumsnelheid van 112 kilometer per uur zal de schade ongetwijfeld hebben meegevallen. Een hobbyist kan voor een paar honderd euro een DAF 33 aanschaffen en er flink op los sleutelen. Je zal er in ieder geval een paar mooie zomerse zaterdagmiddagen mee beleven.  


You may also like...