EVALUATIE INVOERING WET INCASSOKOSTEN.

Per 1 juli 2012 is middels de wet incassokosten (WIK) de wettelijke normering van de buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Deze wettelijke normering is dwingend van toepassing op vorderingen op particulieren. Als er geen andere afspraken overeengekomen zijn, geldt de regeling ook voor b2b-vorderingen. De bedoeling van de wet is om tot een eenduidige regeling te komen die voor alle partijen duidelijk is. Is deze doelstelling daadwerkelijk gehaald? Een mooi moment om de invoering te evalueren. rnrnDe Wet IncassokostenrnrnDe wet is van toepassing op vorderingen op consumenten en bepaalt hoe en hoeveel buitengerechtelijke kosten berekend mogen worden. Voor de incassokosten geldt een staffel met een percentage dat afhankelijk is van de openstaande hoofdsom. Het hoogste percentage is 15% en loopt terug tot 0,5%. Er is sprake van een minimumbedrag van € 40 en een maximum van € 6.775. Tevens mag er rente in rekening worden gebracht. Andere kosten, zoals administratie- en herinneringskosten zijn niet meer toegestaan. rnrnEen belangrijk onderdeel van de WIK is dat voordat een schuldeiser incassokosten bij de debiteur in rekening kan brengen, deze eerst één enkele kosteloze aanmaning moet versturen met een betalingstermijn van minimaal 14 dagen. De aanmaning die aan deze vereisten voldoet, wordt ook de 14 dagen brief genoemd. Nadere incassohandelingen zouden niet nodig zijn. rnrnBedrijven en de WIKrnrnHet Verbond van Creditmanagement Bedrijven heeft vorig jaar onderzoek gedaan naar de invoering van de wet incassokosten. Hoewel ruim 90& van de organisaties aangaf enigszins bekend te zijn met de WIK, hadden vier op de tien geen maatregelen genomen om eraan te voldoen. Een vijfde werkte niet volgens de door de wet gestelde incassonormen. Ongeveer de helft van de Nederlandse bedrijven vindt dat de overheid hen onvoldoende heeft geĂŻnformeerd rond de invoering van de WIK. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de gevolgen van de WIK voor bedrijven eerder negatief zijn dan positief, met name op het aantal dagen dat rekeningen open staan. Opvallend is wel dat het merendeel van de organisaties toch content is met de invoering ervan. rnrnGevolgen WIK voor debiteurenrnrnBuiten het komen tot een uniforme regeling, was het maximaliseren van de aan consumenten gerekende buitengerechtelijke incassokosten een belangrijke doelstelling van de invoering van de WIK. Het is uiteraard belangrijk dat er paal en perk gesteld worden aan buitenproportionele incassokosten, maar het is echter de vraag of de wet goed uitpakt voor debiteuren. Het onderzoek van de VCMB toonde immers aan dat meer bedrijven de incassokosten verhoogd hebben, de vordering eerder ter incasso overdragen aan bijvoorbeeld deurwaarders en incassobureaus, alsmede eerder de rechter inschakelen. Vooral door het sneller voeren van gerechtelijke procedures lopen de kosten voor debiteuren snel op, wat nog versterkt wordt door het almaar stijgende griffierecht. rnrnVerdeeldheid bij de rechtersrnrnIn de dagelijkse praktijk blijken kantonrechters verschillend met de wetgeving om te gaan. Op zich is dit vreemd, omdat de wet bedoeld is om een eenduidige regeling te maken. Er is met name verdeeldheid over het feit of een enkele 14 dagen brief voldoende is om aanspraak te kunnen maken op incassokosten. De rechtbank Arnhem heeft geoordeeld dat deze 14 dagen brief op zichzelf onvoldoende is. Het Hof Arnhem/Leeuwarden heeft echter op 17 september 2013 nog geoordeeld dat voor toewijzing van de vordering tot vergoeding van incassokosten niet is vereist dat nadere incassohandelingen zijn verricht. rnrnRecent hebben 2 gerechtelijke overlegorganen richtlijnen opgesteld over de beoordeling van het innen van incassokosten in het rapport BGK Integraal 2013. Per 1 november 2013 zijn deze aanbevelingen ingegaan, waarvan de verwachting is dat zo-™n beetje alle rechterlijke instanties het rapport tot uitgangspunt zullen nemen. In het rapport staat bijvoorbeeld dat er meer incassohandelingen verricht moeten worden dan alleen het versturen van de 14 dagen brief. Dit staat weer haaks op de uitspraak van het Hof Arnhem/Leeuwarden. rnrnOm aan de verdeeldheid te beëindigen, heeft de Rechtbank Gelderland op 20 november 2013 een vraag voorgelegd aan de Hoge Raad. De vraag is of louter het versturen van een veertien dagen brief voldoende is om aanspraak te kunnen maken op incassokosten, of dat meer handelingen nodig zijn. Het antwoord hierop is van groot belang voor incassobureaus en hun klanten, zodat wij de reactie van de Hoge Raad aandachtig afwachten. rnrnSamenvattendrnrnDe invoering van de WIK had met name als doel om een eenduidige en duidelijke regeling te maken. Door de verdeeldheid bij de rechters is er van een eenduidige regeling ons inziens nog geen sprake, zodat bedrijven en ook incassobureaus met name met betrekking tot het aantal incassohandelingen niet weten waar ze aan toe zijn. Voor alle betrokken partijen is het dan ook van groot belang dat er zo spoedig mogelijk daadwerkelijk een eenduidige regeling komt waar alle partijen zich aan dienen te houden. rnrnOmniCas Incassobureau is al meer dan 15 jaar voor veel ondernemers een betrouwbare partner in hun debiteurenbeleid en biedt verschillende diensten aan op het gebied van no cure no pay incasso en debiteurenbeheer. Kijk op onze website of bel 076-5205292 voor meer informatie. rn  


You may also like...