Kantooropname 2006 stevent af op record


Dit is een origineel persbericht.

Kantooropname 2006 stevent af op record

Tussen 2006-2011 toename aantal kantoorbanen 1,4 procent per jaar

De kantooropname 2006 stevent af op een record met Utrecht en Amsterdam als koplopers. Meer dan 2.1 miljoen m2 wordt waarschijnlijk in de markt opgenomen en daarmee wordt het record van 2005 overtroffen. De noordelijke helft van de Randstad, de as Utrecht-Amsterdam, zal ook de komende vijf jaar op het gebied van kantoorwerkgelegenheid het snelst blijven groeien. Haarlemmermeer is daarbij verreweg koploper. Zwolle zag de afgelopen jaren de kantorenvoorraad sterk groeien en mag ook de komende jaren rekenen op een sterke toename van het aantal kantoorbanen.

Dit blijkt uit het onderzoek [FOUT:.]Top 70 kantoorsteden van Nederland 2006, dat in opdracht van de vakgroep Bedrijfs Onroerend Goed (BOG) van de NVM door PropertyNL en het bureau Louter is uitgevoerd. Het onderzoek is maandag 20 november aangeboden aan de minister van Economische Zaken, Joop Wijn. Op basis van dit onderzoek doet de NVM-vakgroep prognoses ten aanzien van de ontwikkeling van de werkgelegenheid op de kantorenmarkt in de 70 kantoorsteden.

Naar verwachting blijft de werkgelegenheid in bijna alle 70 onderzochte gemeenten de komende vijf jaar groeien. In de periode 2006-2011 neemt het aantal kantoorbanen in Nederland toe met 1,4 procent per jaar (2,0 procent in de periode 1996-2005). Alleen in Limburg, in het bijzonder in Sittard-Geleen en Heerlen, zal de kantoorwerkgelegenheid afnemen. Belangrijkste reden is de afname van de beroepsbevolking in Limburg, waardoor de behoefte aan meer kantoorruimte minder zal worden.

Amsterdam
De agglomeratie Amsterdam scoort relatief hoog in de prognose voor ontwikkeling van de kantoorwerkgelegenheid. Dat komt omdat de sectoren die de groei van de kantoorwerkgelegenheid dragen, ICT en de zakelijke dienstverlening, in Amsterdam sterk vertegenwoordigd zijn.

Utrecht
Voor Utrecht en een aantal gemeenten daar omheen zijn de verwachtingen hoog gespannen. De afgelopen jaren heeft de kantorenmarkt het in deze regio niet gemakkelijk gehad. Rond de eeuwwisseling profiteerden Utrecht en omgeving sterk van de hausse bij ICT-bedrijven en in de zakelijke dienstverlening. De afgelopen jaren nam de groei in deze sector sterk af, waardoor de kantorenmarkt in de satellietgemeenten van Utrecht te maken kreeg met leegstand.


Rotterdam en Den Haag
Rotterdam en Den Haag zijn in vierkante meters respectievelijk de tweede en derde kantorenstad van Nederland. Toch heeft Rotterdam nog steeds niet het profiel van een typische kantoorstad, al is er de laatste jaren veel kantoorhoogbouw gebouwd. Oorzaak hiervan is onder meer het lage gemiddelde opleidingsniveau van de beroepsbevolking, waardoor Rotterdam als vestigingsstad minder aantrekkelijk wordt gevonden. Den Haag heeft van de G4 de stormen op de kantorenmarkt de afgelopen jaren het best doorstaan. Dit was vooral te danken aan het stabiele karakter van de vele overheidsinstellingen, waardoor ook de werkgelegenheid zich gunstig bleef ontwikkelen. Niettemin valt de groeiverwachting voor Den Haag tegen. De voornaamste reden is dat de kantoorwerkgelegenheid in de overheidssector de komende jaren niet zal toenemen.

Overige Randstadsteden
Haarlemmermeer staat net als het afgelopen decennium bovenaan de ranglijst van kantoorsteden voor wat betreft de groei van de kantoorwerkgelegenheid. Haarlemmermeer worstelt met een grote leegstand in de bestaande bouw die eerst weggewerkt moet worden. Uitleggebieden als Haarlemmermeer zijn zeer conjunctuurgevoelig. De grote vraag naar kantoorruimte rond de eeuwwisseling door de hausse in de ICT-sector en in de zakelijke dienstverlening manifesteerde zich hier sterk. In feite fungeerde de Haarlemmermeer als overloop voor nabijgelegen kantoorsteden, in het bijzonder Amsterdam en Utrecht.

In de Randstad valt de relatief slechte score op van middelgrote steden als Leiden, Alphen aan den Rijn en Haarlem. Met grote kantoorsteden in de directe nabijheid (Den Haag, Amsterdam en Rotterdam) is het niet eenvoudig om kantoorwerkgelegenheid binnen te halen. De grote uitzonderingen onder de middelgrote steden zijn Hilversum en vooral Amersfoort. Deze steden profiteren sterk van hun bestaande economische structuur en centrale ligging in Nederland.

Noorden
Groningen, Assen en Leeuwarden staan respectievelijk op plaats 15, 16 en 31. De noordelijke steden ondervinden nauwelijks concurrentie van andere steden, hoogstens van het relatief ver gelegen Zwolle. In verhouding tot de Randstad gaat het om relatief weinig in de noordelijke provincies geconcentreerde kantoorwerkgelegenheid.

Zuiden
Onderaan de ranglijst staan de Limburgse steden Roermond, Sittard-Geleen en Heerlen. Belangrijkste reden is dat de beroepsbevolking in Limburg afneemt, waardoor het perspectief voor de kantorenmarkt verslechtert. Daarnaast wordt de lage score mede bepaald door de perifere ligging van deze regio. Maar Maastricht is een subtopper met plaats 26 en in de toekomst plaats 24. De nationale decentrale ligging, de nabijheid van een aantal concurrerende steden en de traditie als industriële stad verklaren waarom Maastricht niet snel een plaats in de top tien zal innemen.

Leegstand
Aanpalend aan de studie naar toekomstige kantoorwerkgelegenheid heeft NVM BOG ook onderzoek gedaan naar de huidige kantorenleegstand. Zo blijkt in de praktijk dat er structurele problemen zijn bij leegstand van bepaalde kantoorpanden. Deze staan vaak langer dan drie jaar leeg. NVM BOG heeft een vergelijkend onderzoek verricht naar objecten die structurele leegstand vertonen met objecten die recentelijk zijn verhuurd of verkocht. Daaruit is gebleken dat kantoorpanden gebouwd in de periode 1951-1980 met een strenge parkeernorm substantieel bijdragen aan langdurige leegstand. Een hoge score voor buitenonderhoud en een ligging in de nabijheid van een station verkleinen die leegstand aanzienlijk.

Met de voorliggende studie beoogt NVM BOG te signaleren in welke gemeenten en regios het op de kantorenmarkt de goede kant opgaat en waar een tekort of een overschot dreigt te ontstaan. Ook wordt duidelijk waarom een bepaalde locatie of stad populairder is dan een andere. Bovendien zijn naast de totale kantoorwerkgelegenheid prognoses opgenomen voor de sectoren die in de branchering worden onderscheiden (overheid/non-profit, zakelijke dienstverlening, ICT en bank- en verzekeringswezen). De vakgroep BOG hoopt met dit onderzoek een stap naar verdere samenwerking tussen gemeenten, projectontwikkelaars en NVM-bedrijfsmakelaars gezet te hebben.

Inlichtingen:
Persvoorlichter mevrouw T. Luckel, T. (030) 608 51 85, F. (030) 603 54 68,
E. [email protected] of de heer ing. M.A. Snijders, voorzitter vakgroep NVM BOG,
T. (06) 53 154 820.



ANP Pers Support, het ANP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van bovenstaand bericht.

ANP Pers Support is een joint venture van het ANP en PR Newswire.
 


You may also like...