Duurzaamheid en diervriendelijkheid moet het uitgangspunt zijn van plaagdierbeheersing

Deze week werd bekend dat De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) 46 veehouderijen heeft stilgelegd. Uit voorzorg en ter voorkoming van eventuele risico's voor de volksgezondheid, want er zijn sporen van een muizenbestrijdingsmiddel in de lever van een kalf van een van deze veehouders aangetroffen. “Onnodig en eenvoudig te voorkomen omdat er ook duurzame en diervriendelijke oplossingen zijn”, zegt Alex Mars van Mega-Des Plaagdierbeheersing. Hij pleit ervoor dat duurzaamheid en diervriendelijkheid het uitgangspunt moet zijn bij plaagdierbeheersing.

Chemische bestrijdingsmiddelen tegen plaagdieren vaak onnodig

Veehouderijen mogen tijdelijk geen dieren, mest en melk afvoeren vanwege het gebruik van het bestrijdingsmiddel Racumin Foam tegen muizen. Het afvoerverbod is ingesteld om te voorkomen dat het bestrijdingsmiddel via vlees of melk in de voedselketen belandt.

Alex Mars: “Net als de NVWA nu, komen wij het onnodig en verkeerd inzetten van bestrijdingsmiddelen tegen plaagdieren helaas nog vaak tegen in de praktijk.” Volgens Mars zijn de meest voorkomende oorzaken hiervan:

Een verkeerde en/of slechte communicatie tussen plaagdierbeheerser en opdrachtgever.Een gebrek aan kennis over de leefwijze van het betreffende plaagdier.Te weinig kennis over de inzet van biociden. Vaak wordt de passage op het etiket over toepassing en veiligheid niet goed gelezen.

“De communicatie met de opdrachtgever, het informeren over en het overtuigen van het nut en de effectiviteit van duurzame en diervriendelijke bestrijdingsmiddelen, zal altijd een heikel punt blijven. Het begint al bij het feit dat niet iedere opdrachtgever überhaupt de noodzaak en nut ziet van een investering in de bestrijding van een ongedierteplaag. Wordt de plaag dan toch bestreden, dan vraagt een duurzame en diervriendelijke bestrijding specifieke kennis en ervaring.”

Duurzame en diervriendelijke plaagdierbeheersing de norm

Een duurzame en diervriendelijke plaagdierbeheerser roeit plaagdieren niet graag uit, maar streeft er in de eerste plaats naar ze in leven te houden en past de omgeving zo aan, dat het plaagdier zelf een ander onderkomen kiest. Ondanks dat dit niet altijd lukt, moet dit het uitgangspunt zijn volgens Mars.

Het vereist veel kennis en ervaring over de leefwijze van het plaagdier. Een plaagdierbeheerser brengt allereerst de overlast in kaart (inventarisatie), stelt vast met welk beestje hij te maken heeft (determinatie) en start daarna de bestrijding op waarbij zijn kennis over het betreffende dier de aanpak bepaalt en chemische bestrijdingsmiddelen veelal niet nodig zijn.

Biologische, Fysische en Mechanische bestrijding

Mars vertelt over de middelen die hierbij kunnen worden ingezet. Deze zijn:

Biologisch; bijvoorbeeld het aanwenden van natuurlijke predatorenFysisch; natuurlijke hulpmiddelen, zoals het verhogen of verlagen van temperatuurMechanisch; alle materialen en machines die niet onder chemische bestrijdingsmiddelen vallen, zoals horren, klapvallen en vliegenlampenIntegrated Pest Management (IPM)

Een geïntegreerde bestrijding is het bestrijdingsmechanisme van nu en de toekomst. Dit wordt ook wel Integrated Pest Management genoemd. Hierbij is uitgebreide kennis van het plaagdier van cruciaal belang om een juiste diervriendelijke, milieuvriendelijke en duurzame bestrijding uit te voeren.

Een gecombineerde biologische, fysische en mechanische bestrijding, samen met een monitoringsysteem vormen samen een geïntegreerd plaagdierbeheersplan.

Dit plan voorziet in de oplossing voor een huidige plaag zonder gebruik van chemische, milieuonvriendelijke middelen en een oplossing voor het voorkomen van een dergelijke plaag in de toekomst.



You may also like...