Begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland een recht, een gunst of iets er tussenin?

PERSBERICHT                                                                Tilburg, 20 november 2008   Begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland een recht, een gunst of iets er tussenin?   Op 1 oktober 2008 waren er 2.565 Nederlanders gedetineerd in het buitenland. Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn krijgen vaak te maken met grote problemen zoals een taalbarrière, slechte levensomstandigheden in de gevangenis en gebrek aan kennis van het lokale rechtssysteem. Voorbeelden van Nederlanders die al geruime tijd onder slechte omstandigheden in het buitenland verkeren zijn: Roel Goosen (Zambia, sinds 2001), de verstandelijk gehandicapte Sibel Yalvac (Indonesië, sinds 2003) en Mandy Pijnenburg (Dominicaanse Republiek, sinds 2006).   Standpunt Nederlandse overheid: ‘Gedetineerdenbegeleiding is een gunst’ De Nederlandse regering stelt dat zij geen juridische verplichting kent om consulaire bijstand te verlenen aan Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Zij laten dit per geval afhangen van de omstandigheden. Consulaire bijstand door de Nederlandse ambassades wordt verleend aan de hand van het interne Handboek Bedrijfsvoering Buitenlandse Zaken (HBBZ). Volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) is het HBBZ te kwalificeren als interne regelgeving of een interne werkinstructie waaraan geen rechten ontleent kunnen worden.   Conclusie scriptie: ‘Gedetineerdenbegeleiding is iets er tussenin’ Omdat bepalingen uit het interne HBBZ over de gedetineerdenbegeleiding door BZ zijn ontstaan uit een vaste gedragslijn is dit ‘beleid’. BZ is aan het beleid gebonden omdat dit beleid constant in de praktijk wordt uitgevoerd. Nederlandse gedetineerden in den vreemde kunnen bij de rechter afdwingen dat BZ zich aan het beleid houdt met een beroep op bijvoorbeeld het rechtszekerheidsbeginsel, het consistentiebeginsel of het gelijkheidsbeginsel. Daarnaast geldt er op grond van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken een beschermingsplicht van de Nederlandse overheid ten opzichte van haar burgers; zowel binnen als buiten het Koninkrijk.   Na verdrag van Lissabon: ‘Gedetineerdenbegeleiding is een recht’ Na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zal in de toekomst zelfs een Europees grondrecht op diplomatieke en consulaire bescherming bestaan zoals opgenomen in artikel 46 van het Handvest van de Grondrechten.       --------------------------------------------------- Noten voor de redactie: 1. Persbericht naar aanleiding van afstudeerscriptie van Marloes van Rens, studie Nederlands Recht, Universiteit van Tilburg. Openbare verdediging op donderdag 27 november 2008 om 15:00 uur tegenover professor mr. B.W.N. de Waard en mevrouw mr. W.M.C.J. Rutten – van Deurzen.   2. Voordat ik mijn scriptie schreef voor de studie Nederlands Recht heb ik, ten behoeve van mijn studie de Juridische Hogeschool Avans-Fontys in 2006, drie maanden in Thailand doorgebracht en daar Nederlandse gedetineerden in Thaise gevangenissen bezocht. Ik heb daar onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die de Nederlandse ambassade heeft om de gedetineerden te begeleiden en in hoeverre zij van die mogelijkheden gebruik maken. Dit onderzoek heb ik uitgevoerd voor Stichting PrisonLAW uit Nederland. Het bleek dat de begeleiding van de Nederlandse gedetineerden door de Nederlandse ambassade in Bangkok te wensen over liet.   Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u mailen naar: [email protected]  


You may also like...